uw hond is vreselijk hongerig en gaat van alles eten (inclusief poep)
er wordt geen voedsel opgenomen, uw hond wordt mager
Wat is dan onze ervaring bij EPI?
Vers voer met alvleesklier lijdt snel tot herstel. De ontlasting wordt vaster, donkerder en minder veel. De conditie herstelt zich en de abnormale eetlust normaliseert.
Alvleesklier voeren bij EPI kan aangeduid worden als ‘orgaantherapie’. Je geeft dus het orgaan wat niet functioneert als voeding aan uw hond. Bij een leverprobleem geef je lever en bij een schildklier probleem schildklier bijvoorbeeld.
Het idee van orgaantherapie is niet nieuw. In het begin van de vorige eeuw kregen Frederick G. Banting en Charles Best zelfs een Nobelprijs voor hun werk over de effecten van orale pancreas consumptie en het effect op suikerziekte, maar daarover straks meer.
Carnibest heeft in samenwerking met ondergetekende een speciale voeding ontwikkeld voor honden met EPI. Carnibest Natuurvoer Pancreas genaamd. Deze voeding bevat verse runderalvleesklier en een aangepast vetgehalte. De resultaten met deze voeding zijn uitermate goed te noemen. De ontlasting is binnen no time stevig en donker en de geteste honden bleken geen pancreaspoeder meer nodig te hebben.
De elegantie van de oplossing zit ‘m in de eenvoud. Door het invriezen zijn de enzymen niet doodgegaan, maar ze zijn inactief geworden, zeg maar, gaan slapen.
Bij het ontdooien worden ze actief en bij 30 °C werken op topniveau. Hier zit ook een advies voor het toedienen: de maaltijd in een boterhamzakje stoppen en deze even in warm water dompelen.
De alvleesklier krijgt assistentie, plus hij hoeft niet zo hard te werken omdat vers voer zelf al makkelijk verteerbaar is. Door deze ‘rust’ wordt ruimte geschapen voor zelfherstel, zodat de alvleesklier op den duur zelf weer enzymen gaat produceren.
We hebben drastische verbeteringen gezien met het voeren van alvleesklier-honden met EPI.
We zetten alvleesklier niet alleen in bij EPI, maar ook bij tal van andere verteringsproblemen en soms bij de overschakeling van droog naar vers.
Verdere ondersteuning bij EPI en verteringsproblemen:
- het geven van gunstige micro-organismen, dus probiotica
- eenmaal per 10 dagen vasten en rauwe pens met kruiden geven
|
- Afscheiding van insuline in het bloed. Insuline is belangrijk voor het bloedsuikergehalte onder controle te houden.
Wat is de oorzaak van suikerziekte?
Er zijn twee soorten:
de aangeboren suikerziekte type 1
de zogenaamde ‘ouderdomssuiker’, type 2.
Over de laatste willen we het hebben. De naam ‘ouderdomssuiker’ moet veranderd worden, want net zoals bij de mens, komt deze aandoening ook bij de dieren op steeds jongere leeftijd voor. De oorzaak?......de verwerking van granen in droogvoeders!!!
Hond en kat zijn prooidiereters, ze zijn geen graaneters. Ze eten al helemaal geen gedorst ‘rijp’ product, hooguit het gefermenteerde, groene en onrijpe plantje in het maag/darm kanaal van hun prooidier. Laten we zeggen: het is evolutionair nieuw om een hond of kat zoveel granen te voeren. Dus hun alvleesklier, die niet aangepast is aan het produceren van zoveel insuline, raakt uitgeput. Tegelijkertijd wordt het lichaam ook nog ongevoelig voor insuline, de zogenaamde insuline resistentie gaat optreden.
Onze ervaring is dat bij suikerziekte patiënten die vers voer gaan eten, de symptomen zoals veel drinken en plassen geleidelijk aan minder worden. De bloedsuikerwaarden gaan ook dalen, maar later als het verdwijnen van de symptomen. De insuline behoefte wordt minder en soms hoeft er helemaal geen insuline meer gegeven te worden.
Door verse pancreas te voeren kan bovenstaand proces versneld worden.
Verdere ondersteuning bij suikerziekte:
- extra organisch zink en chromium geven
|
Belangrijk!!!: suikerpatiënten, die insuline gespoten krijgen en die op bovengenoemde voeding overstappen, moeten met regelmatig bloedonderzoek begeleid worden in verband met de kans op hypo’s. Waarschijnlijk zal het aantal eenheden insuline verlaagd moeten worden. Bespreek dit met uw dierenarts!!
De bovenbeschreven dubbele ‘burn out’ van de alvleesklier ontstaat door voedingsfouten. Door goede, diersoortspecifieke voeding te geven kunnen deze fouten weer ongedaan gemaakt worden.
Dierenartsen die dit lezen: maak uw patiënten sneller beter, maak uw klanten eerder blij, wordt zelf meer tevreden als geneesheer, schaf een diepvries aan en zet Carnibest Natuurvoer Pancreas in als therapie.
De therapie wordt als volgt ingezet: Men verstrekt de hond gedurende 4 tot 6 weken alleen Carnibest Natuurvoer Pancreas. Geef daarnaast geen extra’s of andere voeding, alleen eventueel de bovengenoemde punten omtrent ondersteuning. De eigenaar voert de ontlastingcontrole uit en rapporteert dit aan de dierenarts. Als de werking goed is, dat wil zeggen dat de ontlasting stevig is en donker van kleur wordt (dus niet meer grijs is), kan men na deze weken de Carnibest Natuurvoer Pancreas deels gaan vervangen door Carnibest Natuurvoer. Men begint met 1/3e deel Carnibest Natuurvoer en 2/3e deel Carnibest Natuurvoer Pancreas in 1 maaltijd, het wordt dus gemengd door de eigenaar. De ontlasting wordt door de eigenaar nauwlettend in de gaten gehouden. Indien deze goed blijft kan men na 4 weken half Carnibest Natuurvoer en half Carnibest Natuurvoer Pancreas gaan geven, ook weer door deze 2 soorten te mengen.
Zo kan men dit opbouwen tot men eventueel volledig over kan gaan op Carnibest Natuurvoer, doch dit alles in een tijdsbestek van ongeveer 6 maanden. Honden die alsnog Carnibest Natuurvoer Pancreas nodig blijken te hebben, kan men dit volledig blijven voeren of deels mengen indien dat ook het gewenste resultaat geeft.
Valkenburg, 31 augustus 2007
Dierenartsenpraktijk Biomentor
Drs.ing. W.C. de Leeuw
www.biomentor.org
|